Visioenen
0.00 – De val van de engelen.
0.01 – De schepping van de aarde.
0.03 – Adam en Eva.
0.05 – De boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad.
0.07 – De zondeval.
0.15 – De belofte van het Heil.
0.16 – Verjaging uit het paradijs.
0.17 – De familie van Adam.
0.18 – Käin.
– De kinderen Gods.
– De reuzen.
0.21 – Noë en zijn nakomelingschap.
– De stamvader Hom en Dsemschid.
0.22 – De ark.
0.24 – De zondvloed.
0.27 – Hom en Dsemschid.
0.30 – Torenbouw van Babel.
0.32 – Nimrod.
0.33 – Derketo.
0.36 – Semiramis.
0.40 – Melchisedech.
0.43 – Job.
0.46 – Abraham.
0.49 – Het offer van brood en wijn van Melchisedech.
0.51 – Abraham ontvangt het sacrament van het Oud Verbond.
0.52 – Jakob.
0.57 – Jozef en Aseneth.
0.66 – De Ark van het Verbond.
A.01 – Buitengewoon verlangen naar de Messias in de voorouders van de Heilige Maagd.
A.03 – De voorouders van de Heilige Anna.
– De Essenen.
A.08 – De grootmoeder van de Heilige Anna.
A.11 – Geboorte van de Heilige Anna.
A.13 – Joakim en Anna.
A.18 – Joakim in de tempel gehoond.
– Hij trekt zich bij zijn verste kudden terug.
A.19 – Anna ontvangt de belofte van vruchtbaarheid en reist naar de tempel.
A.22 – Joakim door de engel getroost.
– In de tempel wordt zijn offer aanvaard.
A.26 – Hoe Abraham als eerste de zegen ontving.
A.27 – Joakim ontvangt de zegen uit de Ark des Verbonds.
A.28 – Ontmoeting van Joakim en Anna onder de Gulden Poort.
– De onbevlekte Ontvangenis van Maria.
A.29 – De Heilige Maagd spreekt over de ontmoeting van haar ouders onder de Gouden Poort
A.30 – Een voorafbeelding van Maria in Egypte, nog voor Elias.
A.31 – Elias ziet een voorafbeelding van de Heilige Maagd.
A.32 – Verklaring van het visioen van Elias.
A.34 – Een voorafbeelding van de Heilige Maagd in Egypte.
A.35 – Stamboom van de Messias.
A.37 – Een verschijning van de Heilige moeder Anna.
A.38 – De zegepralende Kerk viert jaarlijks Maria’s Onbevlekte Ontvangenis op de plaats van Maria’s
geboortehuis.
A.39 – Viering van Maria’s Onbevlekte Ontvangenis op verscheidene plaatsen.
A.41 – Parallelbeeld met het kinderoffer.
A.43 – De bezieling van Maria in het lichaam van de Heilige Anna.
A.44 – De geboorte van de Heilige Maagd.
A.47 – Vreugde in de hemel bij Maria’s geboorte.
– Aankondiging van Maria’s geboorte in het voorgeborchte der hel.
– Blijde beweging in de natuur en de mens bij haar geboorte.
– Simeon en Hanna.
A.48 – Aankondiging van Maria’s geboorte bij de Chaldeeën.
– Gebeurtenis in Egypte bij Maria’s geboorte.
A.49 – Bezoeken aan het nieuwgeboren kindje Maria.
A.50 – Het kindje ontvangt de naam Maria.
A.51 – Instelling van het geboortefeest van Maria.
A.54 – Godsvruchtoefeningen voor Maria’s geboortefeest.
-Zuiveringsoffer van de Heilige moeder Anna.
A.55 – De opdracht van de driejarige Maria in de tempel.
– Plechtigheid met voorbereidingsexamen van Maria in Anna’s huis.
A.59 – Afreis van de kleine Maria naar de tempel.
– Een zinnebeeldig tafereel vermengt zich met de werkelijkheid.
A.60 – De reis naar Jeruzalem.
A.62 – Aankomst te Jeruzalem.
– De oude stad.
– De tempel.
A.67 – Intrede en opdracht van Maria in de tempel.
A.73 – Uit het leven van de Heilige Maagd in de tempel.
A.74 – De Heilige Jozef.
– Mededelingen over zijn jeugd.
A.77 – Johannes de Doper wordt aan Zakarias beloofd.
A.78 – Het huwelijk van de Heilige Maagd met de Heilige Jozef.
A.80 – De bruiloft van Maria en Jozef.
– Hun bruiloftskleren.
A.82 – De trouwring van de Heilige Maagd.
A.83 – Van Maria’s terugkeer te Nazaret tot de Boodschap van de Engel.
A.85 – De boodschap van de Engel aan Maria.
A.89 – Maria reist naar Hebron om Elisabet te bezoeken.
A.91 – Aankomst van Maria en Jozef bij Elisabet en Zakarias.
– Het Magnificat.
A.93 – Taferelen gedurende Maria’s verblijf bij Elisabet.
A.97 – Verdere taferelen en ook uitlatingen over de geheimzinnige zegen.
B.00 – Geboorte van Johannes.
– Maria terug naar Nazaret.
– Jozef ontsteld.
– Een Engel stelt hem gerust.
B.01 – De laatste veertien dagen voor Jezus geboorte.
B.05 – Reis naar Betlehem.
B.09 – Vervolg van de reis naar Betlehem.
B.11 – Aankomst te Betlehem.
B.13 – De Geboortegrot.
B.15 – De omgeving.
B.16 – De Grafspelonk van Maraha, voedster van Abraham.
B.17 – De Geboorte van Christus.
B.19 – Wonderen en Openbaringen bij Jezus geboorte.
B.21 – Aankondigingen van Jezus geboorte op verschillende plaatsen.
B.24 – Datum van Jezus Geboorte.
B.25 – Herders Huldigen het Nieuwgeboren Kind.
B.27 – De Besnijdenis.
B.29 – Elisabet komt op Bezoek.
B.30 – De Reis der Drie Koningen.
B.32 – Treffende Beschouwingen.
B.37 – De Voorvaderen der Heilige Drie Koningen.
B.41 – Betlehem en de drie Koningen.
B.42 – De Drie Koningen bereiken de eerste Joodse stad.
B.43 – Oponthoud te Madian (Mattana).
– De Ster.
B.44 – Anna komt de Heilige Familie bezoeken.
B.45 – De Drie Koningen te Jeruzalem.
B.46 – Opwachting bij Herodes.
B.47 – De Onrust van Herodes.
B.48 – De Drie Koningen te Betlehem.
B.50 – De Koningen huldigen Jezus.
B.52 – Jozef vergast zijn Bezoekers.
– Onweerswolken aan de Kim.
B.53 – Overhaastige Afreis der Koningen.
B.54 – Maatregelen tegen de Heilige Familie.
B.55 – Het leven van de Heilige Familie te Betlehem.
B.56 – Klein Incident.
– Medicinaal Krijt.
B.58 – Verjaardag van Maria’s en Jozefs huwelijk.
B.59 – Laatste dagen te Betlehem.
B.63 – Zuivering van Maria.
B.65 – Opdracht van Jezus in de tempel.
B.68 – Dood van Simeon.
– De Drie Koningen onderweg.
B.69 – Te Nazaret terug.
B.70 – Het leven van Jozef en Maria.
B.71 – De vlucht naar Egypte.
B.72 – Toebereidselen op de Kindermoord.
B.73 – De Afreis der Heilige Familie.
B.74 – De Reis.
B.75 – Johannes in de Woestijn.
B.76 – De Reis der Heilige Familie.
– Zesde halte.
– De Ontmoeting met de kleine Johannes.
B.77 – Voortzetting van de Reis.
B.78 – De Heilige Familie bij de Rovers.
B.79 – Verloop van de verdere Reis.
B.80 – Balsemhof.
– Heliopolis.
B.81 – Verblijf in Egypte.
B.82 – De Kindermoord.
B.85 – De Verhuizing van de Heilige Familie.
B.87 – Het Leven der Heilige Familie te Matarea.
B.88 – Johannes voor de Derde maal in de Woestijn.
B.89 – De Dood van Zakarias en Elisabet.
B.91 – Maria ontdekt bij haar Huis de Bron van Matarea.
B.92 – Job verbleef 5 jaren in Egypte.
B.93 – Ook Abraham kwan in Egypte.
B.94 – Nog het Jodendorp.
– Terugkeer der Heilige Familie uit Egypte.
B.96 – De Heilige Familie te Nazaret.
B.97 – Jezus jeugdmakkers.
– Zijn Uiterlijk.
B.98 – Jezus leert in de Tempel.
– Feest bij Anna.
C.01 – De Dood van de Heilige Moeder Anna.
C.02 – De Dood van de Heilige Jozef.
– Verhuizing naar een dorp bij Kafarnaüm.
C.04 – Blitzreis naar Hebron.
C.08 – Jezus en Maria gaan naar Kafarnaüm.
C.09 – Jezus in de visserij van Petrus.
C.10 – Over de Libanon naar Sarepta.
C.12 – Jezus keert naar Nazaret terug.
– Oogslag op de heilige vrouwen en op een paar steden.
– De hinderlagen van het Synedrium.
C.14 – Jezus te Nazaret en te Betsaida.
C.15 – Jezus gaat naar Kafarnaüm.
C.16 – Jezus te Sefforis, Betulië, Kedes en Jizreël.
C.21 – Jezus in een tollenaarsplaats.
C.22 – Jezus te Kislot-Tabor.
C.23 – Jezus in het herdersdorp Kimki.
C.25 – In een Herdersgehucht voor Nazaret.
C.27 – Jezus bij de Essenen.
C.28 – Gesprekken met de Esseen Eliud.
C.32 – Maria keert naar Kafarnaüm terug.
– In Jozefs timmerwinkel.
C.33 – Wandelingen en gesprekken met Eliud.
C.34 – Twee dagen te Nazaret en Endor.
– Voortgezet gesprek.
C.37 – Jezus te Nazaret.
C.39 – Afwijzing van rijke jonge padanten.
– Beschaming van geleerden.
C.42 – Jezus bezoekt een verblijf van melaatsen.
C.43 – Gedaanteverandering van Jezus voor Eliud.
C.44 – Leerlingen op weg naar de Doop.
C.45 – Jezus te Gofna.
C.48 – Echtscheiding van Herodes veroordeeld.
C.49 – Reis der Heilige vrouwen.
C.50 – Jezus gaat naar Betanië.
C.56 – Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria.
C.61 – Johannes verblijf in de woestijn.
C.62 – Johannes heeft Jezus driemaal gezien.
C.63 – Johannes graaft een vijver.
C.65 – De “Profeet” Johannes begint zijn zending.
C.67 – Johannes doopplaats te Ennon.
– Melchisedek.
C.71 – Herodes bij Johannes.
C.72 – Overheden en priesters bij Johannes.
C.73 – De drie weduwen en hun zonen.
C.74 – Soldaten, gezanten, dopelingen bij Johannes.
C.76 – Dopen van zieken.
– Johannes naar Jericho.
C.77 – Tweede doopplaats.
– Het fameuze gezantschap uit Jeruzalem.
– Zieken en heidenen laten zich dopen.
C.80 – Johannes leerplaats, Herodes daar bij hem.
– Driedaags feest.
C.82 – Jezus doopeilandje.
– Plaats van de Ark des Verbond.
C.83 – Oogslag op Josuë.
C.85 – Jezus doopvijver op het eilandje.
– Melchisedek.
C.86 – Derde gezantschap uit Jeruzalem.
– Derde bezoek van Herodes.
– Johannes op alle manieren geknoeid.
C.88 – Jezus doop nabij.
C.89 – Jezus door Johannes gedoopt.
C.95 – Jezus te Betel (2), te Luz en Ensemes.
C.98 – Bezoek aan twee rustplaatsen, van Jozef en Maria op hun reis naar Betlehem.
D.01 – Jezus te Bet-Araba.
– Onderweg onderricht Hij veldarbeiders.
D.03 – Jezus bij de herders te Betlehem.
D.06 – Jezus in de Geboortegrot.
– Ze is tot bidplaats ingericht.
D.11 – Jezus in de spelonk bij Efraim.
D.12 – Jezus te Mizpa.
D.13 – Jezus in de voorlaatste halte van Maria.
D.14 – Ziet het Lam van God.
D.17 – Jezus te Gilgal.
D.21 – Beraadslagingen van het Sanhedrin.
D.22 – Loofhuttenfeest.
D.26 – Oogslag op Sint-Lucas.
D.27 – Jezus te Soekkot.
D.29 – Jezus ontmoet Maria.
D.30 – Jezus te Aroema.
D.31 – Jezus bij de Esseen Jaïrus.
D.32 – Jezus te Betanië.
D.33 – Jezus nogmaals bij de zwijgzame Maria.
D.35 – De berg Qarantania.
D.37 – Vasten: eerste en tweede dag.
– In de bergspelonk bij Jachza.
D.38 – Jezus lijden wordt Hem getoond.
D.43 – De drie grote bekoringen.
D.46 – Jezus door engelen gediend.
D.48 – Maria en Johannes de Doper in deze tijd.
D.50 – Jezus in de streek van de Beneden-Jordaan.
D.54 – Jezus te Ofra.
D.56 – Rondreis in Oost-Jordaanland te Dibon.
D.58 – Jezus te Elal (Eleale).
D.59 – Jezus te Betjesimot.
D.61 – Reis naar Galilea.
– Jezus te Silo.
D.64 – Jezus te Kibsaim.
D.66 – Jezus te Tebes (1).
D.67 – Oogslag op leerlingen en vrienden van Jezus.
D.68 – Andreas met Petrus bij Jezus.
– Oogslag op de Doper.
D.69 – Jezus bij Tarichea.
D.70 – Jezus te Kafarnaüm.
D.72 – Genezing van een knaap.
D.73 – Roeping van Filippus.
D.74 – Naar Kana ter bruiloft.
– Roeping van Natanael Chased.
D.77 – De bruiloft te Kana.
– Voorbereidingsdag.
D.79 – Eerste dag van de feestelijkheden.
D.82 – Trouwdag.
D.86 – Het eigenlijke Wonder.
D.90 – Verdere verloop van de bruiloft.
D.91 – Bezoek aan enige plaatsen.
D.94 – Jezus reist naar de doopplaats.
– Magdalena aandachtig op Jezus.
D.95 – In de streek van de Beneden-Jordaan.
– Jezus te Ono.
D.96 – Veranderingen aan de doopplaats.
D.98 – Dode Zee.
– Melchisedek.
D.99 – Jezus te Betaraba en op de doopplaats.
E.01 – Wandeling mat Lazarus.
– Magdalena.
E.02 – Jezus te Adoemmim.
E.03 – Jezus te Nebo.
E.04 – Jezus nog enkele dagen in de Jordaanstreek.
E.05 – Terugkeer naar Galilea.
– Een dodenopwekking.
– Magdalena.
E.08 – Jezus te Kafarnaüm.
E.10 – Jezus te Betulië.
E.16 – Jezus te Soenem.
E.21 – Jezus te Kafarnaüm.
E.24 – Jezus te Sefforis.
– Hij helpt schipbreukelingen.
– Maria’s uiterlijk.
E.27 – Jezus te Nazaret.
– Drie postulanten.
– Poerimfeest.
E.32 – Begin van de reis naar Jeruzalem.
E.35 – Vervolg van de reis naar Jeruzalem.
– De rijke jongeling.
E.37 – Jezus te Betanië, te Jeruzalem, in de tempel.
E.40 – Jezus in de tempel.
– In het huis van Lazarus.
E.41 – Jezus opnieuw in de Tempel.
E.43 – De laatste tien dagen voor Pasen.
E.47 – De kooplieden uit de tempel verdreven.
– Het zuurdeeg uit de huizen verwijderd.
E.49 – Slachting van de paaslammeren in de tempel.
E.50 – Paasmaal in Lazarus huis.
E.51 – Paasfeest in de tempel.
– De sjacheraars hardhandig uitgedreven.
E.52 – Jezus blijft hier nog drie dagen.
E.54 – Onderbreking van het verhaal.
– Bemerking van Brentano.
E.55 – Enkele feiten uit mei en juni als aanvulling.
– De geschiedenis van koning Abgar uit Edessa.
– Het wonderbeeld van Jezus gelaat.
E.60 – Jezus neemt de wijk naar Tyrus.
– Johannes gevangen gehouden.
– Leerlingen voor de rechtbanken gesleept.
E.62 – Jezus bij Maria.
– Jezus te Adama en Seleucia.
E.63 – Jezus in het hoge noorden.
– Jezus te Tyrus.
E.68 – Jezus gaat naar Sichor-Libnat.
E.79 – Jezus 12 dagen in Adama en omstreken.
E.83 – Grote leerrede van Jezus.
– Bekering van een hardnekkige, drieste Jood.
E.90 – Sabbatwandeling van Jezus.
E.94 – Jezus preek te Seleucia.
E.98 – Jezus doet genezingen.
F.02 – Jezus op de hoge leerberg.
F.06 – Met een omweg naar Kafarnaüm.
F.07 – Jezus te Kafarnaüm.
F.10 – Jezus reist naar Judea.
– Hij keert, overal boete prekend, naar Galilea terug.
– Johannes de Doper in deze tijd.
F.17 – Johannes gevangen genomen.
F.20 – Tussenbemerking: Enon, derde doopplaats, Melchisedek.
F.21 – Johannes onderweg te Hesebon.
F.22 – Johannes te Macherus.
F.23 – Magdalena.
F.27 – Geboortefeest van Magdalena’s boel.
F.29 – Jezus te Betanië.
F.33 – Beraadslaging over in te richten herbergen.
F.36 – Boetepreek in Bethoron en omstreken.
F.40 – De Samaritaanse vrouw.
F.54 – Jezus zet zijn tocht naar het noorden voort.
– Boete prekend en Jeruzalem bedreigend.
– Jezus te Ginea.
– Hoe de Doper het ondertussen stelt.
F.55 – Onderrichtingen van Jezus te Ginea.
F.58 – Gelijke tegenkanting te Atarot.
F.61 – Jezus te Engannim.
F.64 – Jezus te Naim.
F.65 – Jezus te Kana.
– De hoofdman van Kafarnaüm.
F.69 – Jezus te Kafarnaüm.
F.73 – Jezus op een sabbat te Kafarnaüm.
– Beraadslaging van de Farizeeën.
F.76 – Wandeling.
– Leerrijke parabel.
F.79 – Jezus te Betsaïda.
F.82 – Jezus te Klein-Sefforis.
F.84 – Twee genezingen.
– Verschillende genezingswijzen.
F.87 – Heftig dispuut in de synagoge over de echtscheiding.
F.89 – Men wil Jezus te Nazaret van een berg gooien.
F.94 – Jezus te Tarichea.
F.96 – Marta en een bezeten weduwe van Naim.
F.97 – Jezus onderwijst zijn reisgezellen.
G.03 – Op weg naar Gerasa.
G.05 – Een genezing uit de verte.
G.06 – Jezus oponthoud te Gerasa.
– Hij beschaamd de Farizeeën.
G.09 – Jezus gaat naar Kafarnaüm.
G.12 – Massagenezingen en werken van barmhartigheid.
G.16 – Eerste van de twee dagen te Kafarnaüm.
G.19 – Tweede dag te Kafarnaüm.
G.23 – Genezing van Petrus schoonmoeder.
– Petrus ootmoed.
G.25 – Jezus bij de baden van Betulië.
G.35 – Jezus te Jotapata.
G.38 – Jezus op het oogstveld van Klein-Dotain.
G.41 – Johannes de Doper.
G.44 – Jezus te Gennabris.
G.48 – De verschrikte Herodes huichelt.
G.49 – Jezus nog te Gennabris.
G.55 – Jezus te Abel-Mehola.
G.57 – De school van Rebekka te Abel-Mehola.
G.63 – Jezus in de jongensschool te Abel-Mehola.
G.64 – Geschiedenis van Job.
G.68 – Jezus in de meisjesschool.
G.70 – Jezus in de synagoge.
G.71 – Van Abel-Mehola naar Bezek.
G.72 – Jezus leert en heelt te Bezek.
G.78 – Jezus gaat naar Ennon.
G.79 – Jezus te Ennon.
– Maria van Sufa.
G.80 – Maria de Sufanietin.
G.86 – Jezus gaat naar Ramot-Gilad.
G.89 – Jeftia’s offerdood in een toneelspel herdacht.
G.96 – Jezus gaat tot heidenen.
G.98 – Gedenkmonument voor Jefte’s dochter.
H.00 – Jezus naar en te Arga.
H.09 – Jezus onderweg bij een visvijver.
H.10 – Jezus te Efron.
H.11 – Jezus te Betaramfta-Julias.
H.14 – Jezus bij Abigail.
H.19 – Jezus bezoekt Abila.
H.21 – Genezingen.
H.22 – Visioen op Elias.
– Wandeling met de Levieten.
H.25 – Jezus te Gadara.
H.27 – Genezing van heidense kinderen.
– Beschaming van een afgodenpriesteres.
H.31 – Jezus gaat naar Dion (= Dium).
H.32 – Beëlzebub.
H.33 – Jezus te Dium.
H.34 – Jezus te Dium
– Verzoeningsfeest te Jeruzalem.
– Brief van Elias.
– Afgodendienst in onze tijd.
H.36 – Jezus in Jogbeha.
H.39 – Jezus te Ennon.
– Maria de Sufanietin.
H.43 – Jezus te Soekkok op een verzoeningsfeest.
H.46 – Zondenbekentenis van een echtbreekster.
H.50 – Jezus verlaat Ennon.
H.53 – Jezus te Silo.
H.57 – Jezus in Korea.
– Genezing van een blindgeborene.
H.64 – Jezus te Ofra.
H.67 – Een bode uit Cyprus.
H.68/69 – Van Ofra met een omweg naar Salem.
H.71 – Jezus te Salim.
H.74 – Sabbatlering over Heber.
H.75 – Jezus viert de sabbat te Aroema en daags daarna de octaafdag van het tempelwijdingsfeest
van Salomon.
H.77 – Een woord over Salomon.
H.78 – Genezing van zieken.
H.79 – Ligging van Aroema.
H.80 – Jezus gaat naar Taanat-Silo.
H.83 – Genezingen en prediking.
H.85 – Verscheidenheid in Jezus genezingswijzen.
H.86 – Jezus gaat naar Aser-Mikmatat.
H.87 – Oogslag op Sint-Jozef.
H.88 – Jezus te gast bij Obed.
H.91 – Jezus te Aser.
– Doop te Mikmetat.
H.92 – Gastmaal.
H.93 – Onderrichtingen te Mikmetat.
H.94 – Met een omweg naar de leerberg bij Meroz.
H.97 – Judas voelt zich tot Jezus aangetrokken.
H.99 – Oorsprong, bezigheden, karakter van Judas.
I.02 – Genezing van zieken en bezetenen.
I.03 – Judas Iskariot tot leerling aangenomen.
I.04 – Rede op de berg bij Meroz.
I.05 – Genezingen uit de verte.
I.07 – Oogslag op de Heilige Vrouwen.
I.08 – Slotrede op de berg Meroz.
I.09 – Jezus te Iskariot.
I.10 – Judas opnieuw uitgebeeld.
I.11 – Jezus in Dotan.
I.13 – Genezing van Issakar.
I.16 – Tomas leert Jezus kennen.
– Leerlingen van Johannes bij Jezus.
I.20 – Halte in de buurt van Soenem.
– Vandaar naar Endor.
I.23 – Jezus bij bejaarde verwanten en te Ebez (Abez).
I.25 – Jezus bezoekt Ebez.
I.26 – Saul en de toverheks van Andor.
I.27 – Jezus bezoekt Dabrat.
I.30 – Een ernstige bekering.
I.32 – Jezus bij vrouwenspel en in de synagoge.
I.34 – Preek in de nacht op Tabor.
– De heiden Cyrinus.
I.36 – Jezus te Gischala, geboorteplaats van Paulus.
I.39 – Vruchtbaarheid van dit gewest.
– Genezing van het zoontje van Achias.
I.42 – Jezus komt te Gabara.
I.44 – Magdalena door Marta overgehaald om naar Jezus te gaan luisteren.
I.47 – Toeloop van mensen te Gabara.
– Rake karaktertrekken van Petrus en Andreas.
– Eigenheden der Evangeliën.
I.48 – Magdalena vervoegt de Heilige Vrouwen te Damna.
I.49 – Prediking op de berg boven Gabara.
– Eerste bekering van Magdalena.
I.53 – Jezus door Magdalena gezalfd.
I.55 – Magdalena gaat naar Magdalum terug.
I.56 – Jezus bij Serobabel en zijn Moeder.
I.58 – Genezing van Kornelius knecht en van een melaatse.
I.59 – Jezus bij vrouwen uit Naïm.
I.61 – Leerrede in de synagoge te Kafarnaüm.
– Genezing van razende Bezetene.
I.63 – Diepere zin van de ziekten.
– Wondergenezingen.
I.65 – Onderricht op de Sabbatwandeling.
I.67 – Opwekking van de jongen van Naïm.
I.73 – Beslechting van huwelijksgeschillen.
– Jezus te Megiddo.
I.75 – Leerlingen van Johannes bij Jezus.
– Andere leerling van Johannes.
– Het geval.
I.79 – Terug naar Kafarnaüm.
– Aanschouwelijk onderricht.
I.81 – Rouwmoedige melaatse door Jezus genezen.
I.83 – De leerlingen op weg naar Kafarnaüm door Jezus onderricht.
I.85 – Te Kafarnaüm in de synagoge op de vooravond van de sabbat.
– Genezing van twee melaatsen.
I.88 – Doop van heidenen en genezenen.
I.90 – De dochter van Jaïrus opgewekt.
I.91 – Bedenkingen van Brentano.
I.92 – Uitwerksel van Jezus gebed.
– Oogslag op de Heilige Vrouwen en de hervallen Magdalena.
I.93 – Feest bij Kornelius.
I.95 – Jezus leert uit het schip.
– Roeping van Matteüs.
I.98 – Jezus te gast bij Matteüs.
J.00 – Oogslag op Kafarnaüm en op bepaalde personen.
J.01 – Definitieve roeping van de vier Apostelen.
– Hun eerste uitzending.
J.03 – Storm op het Meer door Jezus bedaard.
J.04 – Verdere werkzaamheden ten oosten van het Meer.
– Een man herkrijgt de kracht in zijn verdorde hand.
J.06 – Laatste onderricht.
– Terugkeer naar Betsaïda.
J.07 – Het eigendom van Petrus.
– Roeping der Apostelen.
J.08 – Oogslag op zieken te Kafarnaüm.
J.09 – Boodschap van de Doper aan de Joodse synagoge.
J.12 – Maria van Kleofas en andere zieken genezen.
– Nogmaals morrende leerlingen van Johannes.
J.14 – Rijke visvangst.
J.16 – Onderricht over het gebed.
– Genezing van zieken.
– Blik op Jaïrus.
J.17 – Afkondiging der zaligheden.
J.20 – Magdalena hervallen.
J.21 – Verdere lering op de berg.
J.22 – Bergrede.
– Terugkeer naar Kafarnaüm.
– Genezingen.
J.24 – Tweede opwekking van Jaïrus dochter na de genezing van de bloedverliezende vrouw
van Paneas.
J.27 – Genezing van twee blinden.
J.28 – Stomme duivel uit Joas, een Farizeeër, uitgedreven.
J.29 – Huisbezoeken.
– Lof van Johannes.
– Genezing van een man met een verdorde hand.
J.30 – Zalig de schoot die U gedragen heeft.
J.31 – Afwijzing van schriftgeleerden.
J.32 – Bergrede.
– Zegening van spijzen.
J.33 – Machtsmededelingen tegen zieken en duivelen.
J.34 – Jezus te Magdala.
J.45 – Laatste handelingen in het gewest van Gergesa.
J.46 – Eerste wandeling van Jezus op het Meer.
J.47 – Genezing van zieken.
– Aankomst te Kafarnaüm.
– Onderweg verbazingwekkende genezing.
– Jezus te Kafarnaüm.
J.48 – Opstand tegen de Farizeeën.
J.51 – Magdalena’s toestand.
J.52 – Jezus uiterlijk.
– Oogslag op de Heilige Vrouwen.
J.53 – Verkeerde aanhangers.
– Uitzending der Apostelen.
J.56 – Jezus in Hoekkok.
– Genezing van een blinde.
J.59 – Jezus geneest op weg naar Betanat een blinde.
J.60 – Blik op Marta en Magdalena.
J.61 – Jezus te Galgala, Elkeza en Batan.
J.63 – Jezus wordt naar Safed uitgenodigd.
J.66 – Genezingen.
– Openbare beschaming van de Farizeeën.
J.68 – Jezus te Kirjataïm.
J.71 – Jezus te Abram (Ebron, Hebron).
J.76 – Jezus op trouwfeesten.
J.80 – Jezus te Dotaïm.
J.82 – Tweede bekering van Magdalena.
– Jezus op de leerberg bij Azanot.
J.83 – Marta haalt Magdalena af.
J.86 – Boetepreek op de berg bij Azanot.
– Magdalena van boze geesten bevrijd.
J.89 – Jezus zet zijn preek bij Damna voort.
– Magdalena wordt van nog drie duivelen verlost.
J.90 – Jezus te Gat-hefer.
J.92 – Jezus te Kislot-Tabor.
– Jeugdmakkers uit Egypte bij Hem.
J.93 – Jezus te Nazaret.
J.97 – Jezus op de leerberg (broodberg, berg der 2e uitzending).
– Genezingswijzen.
– Uitzending van Apostelen en leerlingen.
K.00 – Iets over de broodberg en over Melchisedek en zijn voorbereidingswerken.
K.03 – Genezing te Soenem van vier zieken uit een familie.
K.04 – Oogslag op de Heilige Vrouwen.
K.05 – Jezus gaat naar Taanat-Silo.
– Het verloren drachme.
K.06 – Onthoofding van Johannes de Doper.
– Feest te Macherus op de vooravond van Herodes verjaardag.
K.09 – Jezus in Taanat-Silo.
– De achttien verongelukte bouwmeesters.
K.11 – Onthoofding van Johannes de Doper.
K.15 – Jezus te Antipatris.
– Genezing van een lam meisje.
K.17 – Jezus “verschillende genezingswijzen”.
– Jezus te Ozensara.
K.19 – Jezus te Bethoron en Betanië.
K.21 – Magdalena.
– De toestand te Macherus.
K.22 – Jezus bij Jeruzalem.
K.24 – De ingestorte Siloëtoren.
K.25 – Jezus in de herberg van Jozef en Maria bij Jeruzalem.
K.26 – Jezus maakt te Joetta aan zijn gezellen de dood van Johannes bekend.
K.29 – Jezus bij het graf van Abraham en te Betaïn.
K.31 – Een tafereel uit de jeugd van Johannes.
K.32 – Jezus te Hebron.
– Oogslag op Pilatus en Herodes.
K.33 – Oogslag op het lichaam van Johannes.
K.34 – Jezus maakt Johannes dood aan de familie bekend.
K.39 – Jezus helpt een graf voor Johannes te bereiden.
– Jezus te Libna.
K.42 – Jezus te Betsoer.
K.43 – Oogslag op de Heilige Vrouwen.
K.44 – Afhaling van het lichaam van Johannes.
K.46 – Jezus te Betanië.
– Magdalena.
K.47 – Oogslag op Pilatus en Herodes.
K.48 – Het lijk van Johannes te Joetta.
– Jezus te Jeruzalem.
K.49 – Genezing van een man die 38 jaren ziek geweest was.
K.52 – Het feest Ennorum.
K.54 – Begrafenis van Johannes de Doper.
K.57 – De Essenen.
K.58 – Genezing van zieken in het Cenakel.
– Lering in de tempel.
K.59 – Bezorgdheid van Pilatus betreffende Jezus.
K.60 – Jezus in Betanië.
K.61 – Jezus te Lebona.
K.62 – Jezus geneest te Tirza zieken en verlost gevangenen.
K.71 – Jezus keert terug naar Kafarnaüm.
– Het hoofd van Johannes.
K.72 – Reis naar Kafarnaüm.
– Tijdingen.
K.75 – Jezus te Kafarnaüm.
K.76 – Wie is mijn moeder? En wie zijn mijn broeders?
K.77 – Twee opvallende genezingen van een man met een verdorde hand en van een doofstomme
bezetene.
K.80 – De Apostelen en leerlingen geven Jezus rekenschap van hun zending.
K.81 – De 12 over de 72 aangesteld.
K.83 – Eerste broodvermenigvuldiging voor de vijfduizend.
K.88 – Jezus wandelt andermaal op het Meer.
K.90 – Jezus in Dalmanoeta en Tarichea.
K.92 – Jezus leert vier dagen over het brood des levens.
– Eerste dag.
K.94 – Het brood des levens.
– Tweede dag.
K.96 – Het brood des levens.
– Derde dag.
K.98 – Het brood des levens.
– Slot van Jezus rede.
– Vierde dag.
L.00 – Maria ontvangt verlichting.
– De twee koninkrijken.
L.01 – Noordwaarts reizend bezoekt Jezus Kana en Cydessa.
L.02 – Jezus in Neftali.
– Geeft de Apostelen het Charisma der genezingen.
– Herodes wint te Kafarnaüm inlichtingen in nopens Jezus.
– Het hoofd van Johannes.
L.04 – Jezus te Elkeza (2).
– Twist met de Farizeeën.
L.06 – Jezus te Kedes-Neftali.
L.08 – Jezus in de stad Dan.
L.09 – De Syrofenicische vrouw en haar dochter.
L.12 – Genezing van de doofstomme dienaar van de Syrofenicische vrouw.
L.14 – Op weg naar Ornitopolis.
L.16 – Jezus onderwijst en geneest heidenen en komt te Ornitopolis.
L.18 – De Syrofenicische vrouw zorgt voor een heerlijk gastmaal.
L.21 – Jezus ten huize van de Syrofenicische vrouw.
L.23 – Jezus leert in de synagoge.
L.24 – Jezus gaat naar Sarepta.
L.27 – Jezus in Gessoer.
L.31 – Jezus bij het meer Fiala en in Nobah.
L.35 – Jezus in Gaulon en Regaba.
L.39 – Jezus te Cesarea-Filippi.
L.41 – Jezus in het huis van Enuë.
L.47 – Jezus in Argob.
L.48 – Jezus in de burg van Regaba.
L.50 – Heftige redetwist met de Farizeeën.
– Jezus gaat van Regaba naar Chorazin, lering aldaar.
– Genezing van een doofstomme.
L.52 – Genezingen.
– Onderrichtingen over het gebed.
L.53 – Zevende en achtste zaligheid.
– Het hoofd van Johannes.
L.54 – Slot van de bergrede.
– Tweede broodvermenigvuldiging.
L.57 – De Farizeeën een teken van de hemel.
L.58 – Vaartocht op het Meer.
– Jezus onderricht de Apostelen.
L.59 – Genezing van een blindgeborene.
L.60 – Jezus voor het eerst te Betsaida-Julias.
L.62 – Jezus in Sogane.
L.63 – Petrus beleidenis.
– Jezus belooft hem het Primaatschap.
L.67 – Onderhoud met Lazarus die bezorgd is voor Jezus.
L.69 – Jezus gaat naar Betanië.
L.70 – De onlusten te Jeruzalem.
L.71 – Betanië.
– Magdalena.
L.72 – Jezus leert in de tempel.
– Oproer.
L.73 – Redetwist in de tempel.
– De genezene van de vijver Bethesda.
L.75 – Toebereidselen tot het paasfeest te Betanië.
L.76 – Jezus op de Olijfberg.
– Paaslammerenslachting.
L.77 – Het paasmaal bij Lazarus.
L.79 – Pasen.
– Grote preek in de tempel.
– Tegenspraak der Farizeeën.
L.82 – De parabel van de rijke vrek en de arme Lazarus.
– Een echte geschiedenis.
L.83 – Een stem uit de hemel.
– Grondwaarheden uit Jezus leer.
– Oogslag op Stefanus.
L.84 – Jezus te Rama en te Tanaat-Silo.
L.85 – Jezus geneest in de synagoge te Atarot een kromgebogen vrouw.
L.87 – Jezus te Hadad-Rimmon.
L.88 – Nog de moordpartijen in de tempel te Jeruzalem.
L.91 – Jezus nog te Hadad-Rimmon.
L.92 – Jezus gedaanteverandering op de Tabor.
L.99 – Jezus geneest een maanzieke jongeling.
M.00 – De Apostelen vragen om uitleg.
M.01 – Jezus weigert zich in te laten met tijdelijke zaken.
– Reden van de onmacht der Apostelen.
– Samenkomst van Jezus met Maria te Dotaïn.
– Twist om het plukken van korenaren.
M.02 – Van Dotaïn naar Kafarnaüm.
– Afwijzing van de jongeling van Jericho.
– De cijnspenning.
M.03 – Wie is de grootste in het Hemelrijk?
M.05 – Tweede zaligprijzing van de schoot die Jezus gedragen heeft.
M.06 – Jezus dient in eigen persoon de leerlingen.
M.07 – Leer over de menswording en verlossing.
M.08 – Jezus onderricht landlieden en herders in de omstreken van Kafarnaüm.
M.09 – Jezus gaat naar Lekkoem.
M.10 – Lering over het huwelijk.
M.12 – De kracht van de goede mening.
– Jezus te Betsaida-Julias.
M.14 – Sabbatviering te Kafarnaüm.
– Voorname genezing.
– Jezus op een maaltijd.
– Parabel.
– Voorwaarden om Christus na te volgen.
M.15 – Aankondiging van een grote preek op de berg bij Gabara.
– Het land Gennezaret.
M.16 – Jezus te Tarichea.
M.17 – Jezus trekt naar Gabara.
M.18 – Eerste dag te Gabara.
M.21 – Tweede dag te Gabara.
M.23 – Het hoofd van Johannes de Doper.
M.25 – Derde dag bij Gabara.
– Genezingen.
– Over Kafarot naar Garisima.
M.28 – Uitzending van Apostelen en leerlingen.
M.31 – Op weg naar Ornitopolis.
– Judas Iskariot naar Kana van Sidon gezonden.
M.32 – De nakomelingen van een sinds lang afgescheiden Jodenstam.
M.34 – Preek.
– Genezing.
– Maaltijd.
M.35 – Gewest en havenstad van Ornitopolis.
M.37 – Afscheidsmaal bij de Syrofenicische vrouw.
M.41 – Inscheping voor Cyprus.
M.42 – Overvaart naar Cyprus.
M.44 – Aankomst in de haven van Salamis.
M.45 – Blik op Salamis en zijn haven.
M.46 – Aankomst in de Joodse wijk.
– De herberg van Jezus.
M.47 – Jezus heelt en leert.
M.48 – Feestmaal bij de overste der Jodengemeente.
M.50 – Jezus laat een doopvijver bereiden.
– Preekt in de synagoge.
M.52 – Jezus gebed vroeg in de morgen.
– Lering in de synagoge.
M.54 – Jezus op een maaltijd bij Cyrinus.
M.55 – In het ouderlijk huis van Jonas en aan de doopvijver.
M.56 – Sluiting van de sabbat in de synagoge.
– De stem van Jezus.
M.57 – Een reizende rabbijn geeft getuigenis van Jezus.
M.59 – Doop bij de nieuwe vijver.
M.60 – Op uitnodiging komt Jezus bij de Romeinse landvoogd.
M.63 – Jezus in het huis van de vader van Jonas.
M.64 – Doop van Joden en heidenen.
M.65 – Bijzonderheden over Salamis.
– Een karavaan.
– Lering bij de doopvijver.
M.67 – Jezus gaat naar de Jodenstad.
M.68 – Feestmaal bij een rabbijn.
M.69 – De afgodenpriesteres Merkuria.
M.72 – Ondervragend licht Jezus heidense wijsgeren in over de valsheid van hun afgodendoenst.
– Over het ontstaan der heidense goden.
M.74 – Taferelen uit het ontstaan der heidense goden.
M.78 – De weg van het Heil.
M.79 – Jezus onderwijst oogstarbeiders.
M.81 – Genezing van een waterzuchtige vrouw.
M.82 – Oogslag op Merkuria en de tempel.
M.83 – Jezus leert en heelt.
M.85 – Barnabas komt Jezus afhalen.
– Een heidense karavaan.
M.86 – Lokale bijzonderheden.
M.87 – Bijzonderheden over de Heilige Katarina.
M.88 – Jezus onderricht nogmaals een heidense karavaan.
M.89 – Beschrijving van het gewest.
– In een herberg bij Chytrus.
M.90 – Reden van Jezus komst naar Cyprus.
M.91 – Jezus onderricht mijnwerkers.
M.92 – Jezus leert te Chytrus in de synagoge.
M.93 – Genezing van een bejaard rabbijn.
M.94 – Ouderlijk huis en familie van Barnabas.
M.95 – Jezus onderricht en heelt.
M.96 – Op een bijenplaats bij Chytrus.
– Jezus leert.
M.98 – Bijzonderheden over Chytrus.
M.99 – Tweede dag bij het bijendorp.
N.00 – Luisterrijk onthaal in het huis van Barnabas.
N.02 – Jezus onderwijst Joden en heidenen.
N.06 – Jezus te Mallep.
N.08 – Oogslag op Merkuria.
N.09 – Genezingen onderweg.
– Leerrede in de synagoge.
N.10 – Genezing van drie blinde kinderen.
N.11 – Jezus bij de ouders van de geheelde kinderen.
N.12 – Gesprek met heidense wijsgeren over Dsemsjid en Melchisedek.
N.16 – Jezus leert in de synagoge en bij de doopplaats.
N.18 – Jezus onderricht de heidense wijsgeren.
N.19 – Lering bij de doopplaats.
N.20 – Jezus op een feestmaal te Leppe bij Mallep.
N.22 – Nog Mallep.
– Trouwplechtigheden.
N.26 – Vervolg van de trouwplechtigheden.
N.28 – Lering over Pinksteren en het doopsel.
N.30 – Voorbereidingen tot het Pinksterfeest.
– Pinksteren.
N.31 – Doortocht door de Rode Zee.
N.33 – Afscheid van de bekeerde wijsgeren.
N.34 – Een brief van Merkuria.
N.35 – Blik op het land van Belofte.
N.36 – Jezus heelt en troost mensen te Mallep.
N.37 – Strenge strafpredikatie.
N.38 – Uitwerkselen van zijn boeteprediking van gisteren.
– De aard van de vloek en het ongeluk van onechte geboorten.
N.39 – Verzoening van onenige echtgenoten.
N.40 – Sluiting van de sabbat in de synagoge.
– Dringende oproep van Jezus tot de Joden van Cyprus om het eiland te verlaten.
N.43 – Jezus bezoekt de mijnwerkers bij Chytrus.
– De aangekomen leerling brengt nieuws mee uit Palestina.
N.46 – Heidens feest te Salamis.
N.47 – Tweede dag in het mijnwerkersdorp.
N.48 – De bekeerde wijsgeren trekken voorlopig naar Gessoer.
N.49 – Jezus vergezelt de leerling van Naïm en keert terug.
N.50 – Oogslag op de Apostelen.
N.51 – Merkuria en het heidense dodenfeest.
N.52 – Jezus bezoekt te Kerynia de ouders van Mnason.
N.55 – De dood van een meisje.
N.56 – Opening van de sabbat te Kerynia.
N.57 – Nieuwe genezingswijze.
N.58 – Doop en lering bij het ouderlijk huis van Mnason.
N.60 – Vrouwen getroost en aangemoedigd tot de reis naar Palestina.
N.62 – Toebereidselen tot Jezus afreis.
– Herhaalde strafaankondiging.
– Nieuwe oproep tot de Joden om Cyprus te verlaten.
N.64 – Genezing van een blind kind.
N.65 – Leerrede over het slotwoordje “Amen”.
N.66 – Jezus te Salamis.
– Bij de landvoogd.
– Bij Merkuria.
– Doop van de landvoogd.
N.69 – Jezus gaat naar Kition om in te schepen voor Palestina.
N.72 – Afvaart naar Hefa (het huidige Haïfa).
N.74 – Jezus gaat naar Misal.
N.82 – Jezus te Taanak.
– Genezing van een Farizeeër.
N.84 – Jezus gaat naar Sjion.
N.85 – Van Sjion naar Naïm.
N.87 – Karakterschets van enige Heilige Vrouwen.
N.90 – Sluiting van de Sabbat.
– Tegenspraak der Farizeeën.
N.93 – Jezus te Rimmon, Betlehem en Azanot.
N.95 – Jezus ontmoet Lazarus te Damna.
N.97 – Jezus op het landgoed van Serobabel en in het huis van zijn Moeder.
O.00 – Jezus in het huis van zijn Moeder.
O.02 – Jezus geneest zieke kinderen.
O.03 – Verslag door de leerlingen van hun werking.
O.04 – Jezus stelt de bekeerlingen van Cyprus onder Maria’s bescherming.
O.05 – Genezing van Melaatsen en andere zieken.
O.06 – De familie van Petrus.
O.07 – Jezus leert in de synagoge.
O.08 – Oogslag op de Apostelen.
O.09 – Jezus geneest te Kafarnaüm zieke kinderen.
– Halsstarrige, onverbeterlijke Farizeeën.
O.10 – Jezus sluit de sabbat in de synagoge.
O.11 – Jezus onderricht de leerlingen.
– Aankomst van Petrus, Jakobus en Matteüs.
O.13 – Verder onderricht tijdens een vaartocht op het Meer.
O.15 – Onzekerheid bij de Farizeeën en vele leerlingen betreffende de persoon van Jezus.
O.16 – Jezus gaat naar Kana.
O.17 – Jezus leraart op een heuvel.
– Bekommernis van verwanten.
O.18 – Aankomst van nog drie Apostelen.
– De Cyprische volksplanting.
O.20 – Over Gabara naar Kafarnaüm terug.
– Verslag der leerlingen over hun werkzaamheden.
O.23 – Sabbat in de synagoge te Kafarnaüm.
O.25 – Eleuteropolis.
O.26 – Jezus spreekt te Betsaïda melaatsen toe.
– Jezus onderwijst zijn Apostelen in de synagoge;
en houdt een strafrede tegen de Farizeeën.
O.30 – Onderricht over het gebed.
– Het onze Vader.
O.31 – Over de inhoud en volgorde in de Heilige Evangeliën.
O.32 – Jezus bij zijn Moeder en te Betsaïda-Julias.
O.34 – Jezus geeft een samenvatting van de bergrede.
O.35 – Tweede dag en verder onderricht op de berg.
O.37 – Jezus te Edraï en te Bosra.
O.39 – Jezus naar en te Nobah.
O.40 – Jezus in een herdersdorp.
O.42 – Jezus in Salka.
O.43 – Door de Davidsstraat naar Tantia.
O.45 – Jezus te Datema.
O.48 – Jezus te Betabara en zegent er kinderen.
O.52 – Genezing van tien melaatsen.
O.54 – Ontmoeting van de Apostelen bij Midian.
– Terug naar Jericho.
O.60 – Jezus te Jericho.
-Zacheus op de vijgenboom.
O.70 – Jezus verlaat Jericho.
– Genezing van twee blinden.
O.71 – Genezing van tien melaatsen.
O.72 – Opwekking van het dode kind.
O.73 – Jezus op een bruiloft bij herders.
– Dood van Lazarus.
O.79 – Jezus te Ginea en op Lazarus kasteel.
O.80 – Jezus nadert Betanië.
O.81 – Jezus te Betanië.
– Opwekking van Lazarus.
O.87 – Jezus te Jeruzalem.
O.88 – Genezing van een blinde.
O.89 – Jezus te Betsaïda.
O.91 – Begin van de reis.
– Afscheid van de leerlingen.
O.95 – Het uiterlijk van Jezus.
P.00 – Jezus komt te Kedar (Kedar 2).
P.03 – Jezus in Edon.
– Genezing van twee oude echtgenoten.
P.04 – Jezus als gast op een bruiloft.
P.06 – Nachtgebed van Jezus.
– Het gebed van Maria.
-Oogslag op Maria en andere vriendinnen van Jezus.
P.08 – Bijzonderheden over Jezus reisgezellen.
P.09 – Jezus gaat terug naar Kedar.
P.12 – Jezus veertien dagen te Sikar-Kedar.
– Huwelijksgeschillen beslecht.
P.17 – Jezus leert in gelijkenissen over het huwelijk.
P.18 – Oogslag op Jezus vrienden.
– Lering over het huwelijk.
P.21 – Een huwelijk.
P.31 – Opwekking van een dode.
P.34 – Terug in Kedar leert Jezus over het huwelijk en de verlossing.
P.37 – Bijvisioen: mededeling van de zegen aan Abraham door een engel.
P.38 – Jezus zet zijn reis voort en komt bij sterrendiennars.
P.42 – Nachtelijke sterrendienst gedurende Jezus slaap.
P.43 – Blik op de Kedarenen.
P.48 – een wonderbare bol.
P.54 – Jezus reist naar de tentenstad van de drie koningen.
P.56 – Aankomst in de voorwijk van de tentenstad.
P.60 – Jezus naar het tentkasteel van koning Mensor afgehaald.
P.70 – De geschiedenis van de ster.
P.72 – De Heer maakt zich bekend.
P.73 – Jezus bezoekt de tempel der koningen.
P.76 – Jezus bezoekt koning Teokeno.
P.77 – Het Heilige vuur.
P.79 – Driedaags feest.
P.83 – Sabbatviering.
– Bekering van een afgodendienares.
P.86 – Grote leerrede.
Wijding van brood en wijn, symbool der Heilige Eucharistie.
P.89 – Jezus onderricht en zegent kinderen.
P.91 – Aankomst van een vreemd stamhoofd.
P.93 – Jezus verlaat de Driekoningenstad en gaat naar Atom.
Q.00 – Genezing van een afgodendienares die leed aan bloedvloeiing.
Q.03 – Genezing van een vrouw die door de duivel der verliefdheid bezeten was.
Q.04 – Over de geheimhouding van deze reis.
– Bijzonderheden.
Q.06 – Reis van Atom naar Sikdor.
Q.10 – Jezus naar Mozian.
Q.15 – Jezus in de stad Ur.
Q.17 – Vertrokken uit Ur, overnacht Jezus in een alleenstaand gebouw.
Q.19 – Jezus komt in de eerste Egyptische stad.
Q.21 – Jezus komt te Heliopolis.
Q.25 – Jezus te Ber-Sabe en in het dal Mambre.
Q.28 – Aankomst bij de bron van Jakob.
Q.35 – Jezus gaat naar Efron en Jericho en komt bij de Heilige Vrouwen.
Q.36 – Jezus komt te Efron bij de Heilige Vrouwen.
Q.41 – Jezus bij Lazarus, Magdalena en Marta.
Q.42 – Genezing der dochter van een verwant van Andreas.
Q.44 – Genezing van een melaatse.
– Bevrijding van gevangenen.
Q.46 – Jezus komt te Kafarnaüm.
Q.48 – Jezus te Nazaret en op de broodberg.
Q.50 – Jezus te Taänat-Silo en bij Betanië.
Q.55 – Genezing van een bezetene.
Q.58 – Visioen op de boven verhaalde duiveluitdrijving.
Q.66 – Onderrichtingen en genezingen.
Q.69 – Jezus gaat naar een buitengoed van Lazarus.
Q.73 – Jezus in de streek van de Jordaan.
Q.75 – Jezus te Jeruzalem en te Betanië.
Q.82 – Grote leerrede in de tempel.
– Aankomst van nieuwe leerlingen uit Sikdor.
Q.93 – Vooravond van Palmenzondag.
– Jezus intocht in Jeruzalem en in de tempel.
Q.97 – Plechtige intocht in Jeruzalem.
R.05 – Jezus te Betanië gezalfd door Magdalena.
R.06 – Jezus drijft kramers uit de tempel.
R.07 – Grieken verlangen een onderhoud met de Heer.
R.08 – Jezus opnieuw door Magdalena gezalfd.
R.09 – Eerste verraders stap van Judas.
R.10 – De verdorde vijgenboom.
– Predikatie in de tempel.
– Parabel van de hoeksteen.
R.12 – De Farzizeeën en Saduceeën spannen Jezus strikken.
– De keizerlijke cijns.
– Verrijzenis.
– Grootste gebod.
R.14 – Strafrede tegen de Farizeeën.
R.16 – Maaltijd bij Lazarus.
– Leerrede.
– Petrus berispt
R.19 – Het offer van de weduwe.
R.21 – Strafrede tegen de Farizeeën.
R.22 – Jezus voorspelt de verwoesting van de tempel.
R.26 – Jezus in Betanië.
R.28 – Grote lering in de tempel.
R.31 – Jezus treedt de laatste maal als leraar in de tempel op.
R.34 – Laatste zalving van Magdalena.
R.44 – Petrus en Johannes gaan het Paasmaal in gereedheid brengen.
R.46 – Het Cenakel.
R.50 – Toebereidselen tot het Paasmaal.
R.52 – De kelk van het Laatste Avondmaal.
R.55 – Jezus gaat naar Jeruzalem.
R.57 – Laatste Paasmaal.
R.63 – De voetwassing.
R.66 – Instelling van de Heilige Eucharistie.
R.71 – Wijdingen en geheime onderrichtingen.
R.76 – Offer van Melchisedek, voorafbeelding van de Eucharistie.
R.81 – Jezus in de Olijfhof.
S.04 – Judas en zijn bende.
S.09 – De gevangenneming van Jezus.
S.14 – Jezus wordt voor Annas gebracht.
S.21 – Aanstalten van de vijanden van Jezus.
S.22 – Hoe Jeruzalem er uitziet op dit uur.
S.25 – Jezus voor Annas.
S.27 – Jezus wordt naar Kajafas geleid.
S.28 – Het gerechtshof van Kajafas.
S.33 – Jezus voor Kajafas.
S.39 – Bespotting van Jezus in het gerechtshuis van Kajafas.
S.41 – Petrus verloochent zijn Meester.
S.43 – Maria in het rechtshuis van Kajafas.
S.46 – Jezus in de kerker.
S.48 – Judas bij het rechtshuis.
S.49 – Veroordeling van Jezus in de morgenzitting.
S.51 – Wanhoop van Judas.
S.53 – Jezus wordt naar Pilatus gebracht.
S.55 – Paleis van Pilatus en omgeving.
S.59 – Jezus voor Pilatus.
S.64 – Jezus leidensweg wordt het eerst door Maria vereerd.
– De kruisweg ontstaat.
S.65 – Pilatus en zijn echtgenoten.
S.68 – Jezus voor Herodes.
S.71 – Bespotting van Jezus bij Herodes.
S.74 – Jezus naar Pilatus teruggebracht.
– Achter Barabbas gesteld.
– Zijn dood wordt geëist.
S.78 – De geseling van Jezus.
S.83 – Maria gedurende de geseling.
S.85 – Blik op de gegeselde Jezus.
– Sint Jozef verschijnt aan Katarina bij het begin van zijn feest en onderbreekt de lijdensvisioenen.
S.88 – Voorkomen van de Heilige Maagd en van Magdalena.
S.89 – Doornenkroning en verguizing van Jezus.
S.91 – Ecce Homo: Beziet de Mens.
S.96 – Jezus wordt tot de kruisdood veroordeeld.
T.03 – Jezus draagt zijn kruis naar Golgota.
T.07 – Eerste val van Jezus onder het kruis.
T.08 – Jezus ontmoet zijn Moeder.
– Tweede val.
T.10 – Simon van Cyrene.
– Derde val van Jezus.
T.11 – Veronika met de zweetdoek.
T.16 – Dochters van Jeruzalem, weent niet over mij.
– Vierde en vijfde val onder het kruis.
T.18 – Jezus op Golgota.
– Zesde en zevende val.
T.20 – Toebereidselen voor de kruisiging.
T.21 – Maria gaat met haar vriendinnen naar Golgota.
T.23 – Jezus van zijn kleren beroofd en met edik gelaafd.
T.27 – Jezus wordt aan het kruis genageld.
T.30 – Oprichting van het kruis.
T.31 – Kruisiging van de moordenaars.
T.32 – Verdeling van Jezus kleren.
T.33 – Jezus tussen moordenaars aan het kruis.
T.35 – Jezus wordt bespot.
– Eerste kruiswoord.
– Bekering van de rouwmoedige moordenaar.
T.37 – Zonsverduistering.
– Tweede en derde kruiswoord.
T.39 – Toestand van stad en tempel gedurende de duisternis.
T.41 – Verlatenheid van Jezus.
– Vierde kruiswoord.
T.45 – Vijfde, zesde, en zevende kruiswoord van Jezus.
– Zijn dood.
T.50 – Aardbeving.
– Doden verschijnen in Jeruzalem.
T.58 – Verschijningen en verschijnselen buiten Jeruzalem op het ogenblik van Jezus dood.
T.60 – Pilatus vertrouwt Jezus lichaam aan Jozef van Arimatea toe.
T.63 – De beenderen van de moordenaars worden gebroken.
T.64 – Opening van Jezus zijde.
T.67 – Enige topografische bijzonderheden over het oude Jeruzalem.
T.71 – Tuin en graf van Jozef van Arimatea.
T.73 – Jezus wordt van het kruis afgenomen.
T.78 – Jezus lichaam wordt ter begrafenis bereid.
T.86 – Jezus wordt in het graf gelegd.
T.90 – De terugkeer van het graf.
– Sabbatviering.
T.93 – Bij het graf worden wachten opgesteld.
T.95 – Nachtelijk bezoek aan de tempel.
U.00 – Ook een blik op het heilige graf.
U.01 – Jonadab beloond voor zijn medelijden met de Heer.
U.04 – Oorsprong van de naam Kalvarië of schedelplaats.
U.05 – Kruis en wijnpers.
U.06 – Jozef van Arimatea.
U.08 – Longinus of Kassius.
U.11 – De honderrdman Abenadar.
U.12 – Ktesifon, Hiscius, Coecilius en andere leerlingen als Apostelen in Spanje.
– Een ontdekking die verband met hen houdt en indrukwekkend is.
U.14 – Nederdaling ter helle.
– Satan in de boeien geslagen.
– Zielen door Jezus bevrijd.
– Satan nu losgelaten.
U.18 – Vooravond en nacht van de verrijzenis.
– Eerste ontmoeting van Jezus ziel met Maria.
Toebereidselen voor bezoek aan het graf.
U.19 – Bevrijding van Jozef van Arimatea.
U.20 – De nacht voor de verrijzenis.
– Jezus vertoont zijn nog onbezield lichaam aan zijn Vader en aan zijn Moeder.
U.25 – Verrijzenis van Jezus.
– Verschijning aan Maria.
U.27 – De Heilige Vrouwen bij het graf.
– Jezus verschijnt hun.
Speciaal verschijnt Jezus aan Magdalena.
Petrus en Johannes bij het graf.
U.35 – Verslag van de grafwacht.
– Een deel van hen omgekocht.
U.37 – Oogslag op de toestand en verdere gebeurtenissen.
U.38 – Eerste liefdemaal na de verrijzenis.
U.43 – Eerste Communie van de Apostelen.
U.46 – Verschijning aan de Emmaüsgangers.
– Iets over Lucas.
U.50 – Jezus verschijnt aan de Apostelen in het Cenakel.
U.57 – De Apostelen preken de verrijzenis.
U.62 – Oogslag op Jeruzalem.
U.63 – Petrus te Taänat-Siloh.
U.65 – De Heilige Vrouwen te Betanië.
U.66 – Verschijningen van Jezus in deze dagen.
U.67 – De Apostelen gaan terug naar Jeruzalem.
U.69 – Maria bidt en bewandelt de kruisweg.
U.70 – Liefdemaal na het sluiten van de sabbat.
U.73 – Verschijning van Jezus aan de elf met Tomas er bij.
U.79 – Zij begeven zich naar het Meer van Tiberias.
– Wonderbare visvangst.
U.81 – Jezus omwandeling met verloste zielen.
– Hij komt bij het Meer.
– Wonderbare visvangst.
Hij openbaart zich aan de groep vissers.
U.84 – Petrus tot Opperherder van de Kerk, van lammeren en schapen aangesteld.
U.88 – Oogslag op Johannes na zijn dood.
U.89 – Rondwandeling van Jezus met de zielen van de oudvaders.
U.90 – Petrus predikt over de navolging van Christus.
– Hij bewerkt genezingen in Jezus naam.
U.92 – Strenge rede van Petrus op een berg bij Tebez.
– Jezus verschijnt aan de vijfhonderd en richt het woord tot hen.
U.95 – De Apostelen herstellen een fout waardoor zij zieken niet hadden kunnen genezen, maar die zij nu genezen.
Oogslag op de Moeder Gods.
U.97 – Liefdemaal in het huis van Lazarus.
U.98 – Petrus, Johannes en Tomas voor het gerecht.
U.99 – Algemene maaltijd in het Cenakel.
– Maria ontvangt de Heilige Communie uit Petrus hand.
V.02 – De Heilige Maagd na de Communie.
V.03 – Verschijning aan Simon van Cyrene.
– Maria gaat naar de Olijfberg.
V.04 – Het aangroeien van de Gemeente.
V.08 – Koorgezang in het Cenakel.
V.11 – Nederzettingen van de nieuwaangekomene.
V.12 – Verschijning van Jezus gedurende een koorofficie.
V.15 – Laatste dagen voor Hemelvaart.
V.17 – De avond voor de Hemelvaart.
V.20 – Verwoesting van Heilige plaatsen.
V.21 – Verwoesting van de Kalvarieberg.
V.22 – Liefdemaal.
V.26 – Jezus gaat met de Apostelen naar het Cenakel.
V.28 – De Hemelvaart.
V.35 – De dagen na de Hemelvaart.
V.36 – Mattias tot Apostel gekozen.
V.37 – De laatste dagen voor Pinksteren.
– Algemene voorbereiding tot het feest.
V.39 – Vooravond van Pinksteren.
V.42 – Pinkstermorgen.
– Neerdaling van de Heilige Geest.
– Stichting van de Kerk.
V.47 – Ontluiking van de Kerk.
– Doop van velen aan de vijver Bethesda.
V.53 – Beschrijving van de vijver Bethesda.
V.57 – Pinkstermaandag.
V.58 – Pinksterdinsdag.
– Beschrijving van de Bethesdakerk.
V.63 – Het Heilige Sacrament wordt naar de Bethesdakerk gedragen.
V.68 – Petrus en Johannes worden weer vrijgelaten.
V.69 – Zaterdag na Pinksteren.
V.70 – Petrus stelt de nieuwe bekeerden onder Maria`s bescherming, hun aller algemene Moeder.
V.72 – De eerste Heilige Mis.
V.73 – Zes leerlingen ontvangen de priesterwijding.
V.74 – Doop aan de vijver Bethesda.
V.76 – Petrus onderricht de sedert Pinksteren gedoopte gelovigen en geeft hun de Heilige Communie.
V.82 – Onderhandelingen van de Christenen met de Joden over woonplaatsen.
V.84 – Zieken genezen door de schaduw van Petrus.
V.85 – De leerling Quadratus.
– Het leven in de Christelijke nederzettingen.
– Ananias en Safira.
V.89 – De keus van de zeven diakens.
V.90 – Saulus.
– Simon de tovenaar.
V.91 – Petrus beslecht onenigheden.
V.93 – De Christenen worden vervolgd.
V.95 – Laatste levensjaren, dood en Hemelvaart van Maria.
– Beschrijving van het gewest bij Efeze, waar Maria leefde.
V.97 – Maria`s huis bij Efeze.
W.00 – Maria leidt een leven van gebed en overweegt bij voorkeur Jezus lijden.
W.02 – Maria`s kruisweg te Efeze.
W.03 – Reis van Maria.
– Ziekte.
W.04 – Verwanten en vrienden der Heilige Familie in deze nederzetting.
W.06 – Maria`s laatste kruisweg.
W.08 – De Heilige Maagd op haar sterfbed.
W.09 – Aankomst van Jakobus de Mindere en zijn stiefbroeder Matteüs.
W.10 – Aankomst van Simon en enkele leerlingen.
W.11 – Jeruzalem ten tijde van Maria`s dood.
– De gave van genezing geschonken aan priesters.
W.12 – Godsdienstoefening der Apostelen.
– Levensduur van Maria.
W.13 – De kruisweg.
W.14 – Aankomst van andere Apostelen en leerlingen.
– Bijzonderheden over hen.
W.17 – Uitwerkselen van relikwieën van Apostelen op de zienster.
W.18 – Bijzonderheden tijdens Maria`s laatste uren.
W.20 – Dood van Maria.
W.22 – Begrafenis der Heilige Maagd.
W.26 – Aankomst van de Heilige Tomas.
W.28 – Laatste werkzaamheden en afreis der Apostelen.
W.30 – De Heilige Anna, Maria Heli, Maria van Kleofas en hun gezinnen.
W.36 – De drie huwelijken van de Heilige Moeder Anna.
W.37 – Bijzonderheden over de Heilige Petrus.
W.39 – Petrus uit de gevangenis verlost.
W.41 – Petrus te Rome.
– Zijn vriend Lentulus.
– Afbeelding van Jezus.
W.43 – De Heilige Andreas.
W.45 – Jakobus de Meerdere.
W.47 – Wonder te Saragossa.
W.49 – Dood van Jakobus.
– Herodes Agrippa.
– Saturninus.
– Koningin Lupa.
W.53 – De Heilige Johannes, Apostel en Evangelist.
– Bijzonderheden over zijn leven.
W.59 – De dood van Johannes.
W.60 – Johannes in de olieketel te Rome.
– De Heilige Aquila en het kind Martelaar Fidelis.
W.65 – De Heilige Bartolomeüs.
W.74 – De Heilige Tomas.
W.79 – Vervolg van de reis van Tomas.
W.80 – Verschijning van Christus aan Tomas.
– De Apostel wordt gevangen genomen.
W.83 – Tomas uit zijn kerker verlost, komt op een eiland.
– Hij redt schipbreukelingen en vaart met hen mee naar een stad in Japan.
W.86 – Tomas wordt verradelijk vermoord.
W.89 – Bijzonderheden over de broer en zuster van Tomas.
W.90 – Simon de Ijveraar en Judas Taddeus.
– Apostolische reizen.
W.93 – Marteldood der Apostelen Simon en Taddeus.
W.95 – De Heilige Marcus, Evangelist.
W.98 – De Heilige Lucas.
X.00 – Marteldood van de Heilige Lucas.
X.01 – De geneesmiddelen van de Heilige Lucas.
X.02 – De schilderijen van de Heilige Lucas.
X.04a – De Heilige Barnabas.
X.05 – Natanael uit Kana.
X.07 – De Heilige Parmenas.
X.08 – De Heilige Saturninus.
X.11 – De Heilige Stefanus.
X.13 – De Heilige Timoteus.
X.14 – De Heilige Quadratus.
X.17 – Karpus.
X.20 – De Heilige Ignatius van Antiochië.
X.22 – Magdalena.
– Taferelen uit haar jeugd.
X.26 – Lazarus, Marta en Maria Magdalena.
X.33 – Dood van Magdalena.
X.34 – Magdalena overwint een wangedrocht.
X.36 – De Heilige Veronika.
X.38 – De Heilige Tekla.
– Tekla verloofd.
X.39 – Tekla door Paulus bekeerd.
– Tekla door Paulus in de kerker gedoopt.
X.40 – Tekla beschuldigd.
– Haar eerste marteling.
– Tekla in het strijdperk van de dieren.
X.41 – Tekla uit de stad gebannen als onoverwinbaar.
X.42 – Tekla`s ermitage.
– Dood en begrafenis.
X.43 – De naam Jeruzalem.
X.44 – Algemene ligging van Jeruzalem.
X.45 – Nadere beschrijving van de ligging van het Jeruzalem uit Jezus tijd.
X.46 – Nadere beschrijving van het stadsterrein of hoogvlakte.
X.47 – De oostelijke heuvelketen van zuid naar noord bezichtigd.
X.48 – De westelijke heuvelketen, van noord naar zuid bezichtigd.
X.49 – De Kedronvallei.
X.50 -Uitbreiding van het oorspronkelijke Jeruzalem.
X.51 – Voornaamste stadspoorten van Jeruzalem.
X.52 – Monumenten in en rond Jeruzalem.
X.53 – Enige tot nog toe niet genoemde monumenten rondom de stad.
X.54 – De tempel.
X.55 – Het plein van Salomons tempel.
X.56 – Tempelplein van Herodes.
X.57 – Nadere bezichtiging van de grondmuren.
X.58 – Toegangen naar het tempelplein van Herodes.
X.59 – Het tempelplein.
X.60 – De voorhoven.
X.61 – Het brandofferaltaar.
X.62 – Het hoofdgebouw of eigenlijke tempel.
X.63 – De naam Palestina.
X.64 – De grenzen.
X.65 – Algemeen uitzicht en bergachtigheid van het land.
X.66 – De bergen van West-jordaanland.
X.67 – Galilea.
X.68 – Samaria.
X.69 – Judea.
X.70 – Zuidland.
X.71 – De vlakten van West-palestina.
X.72 – Galilea.
X.73 – Samaria.
X.74 – Judea.
X.75 – De kustvlakte vanaf Tyrus tot en met Filistië.
X.76 – Filistië of land der Filistijnen.
X.77 – De Jordaanvallei.
X.78 – Oost-jordaanland.
– Bergen en vlakten.
– Algemeen uitzicht.
X.79 – Gaulanitis of Gaulon.
X.80 – Gilad (noordelijke helft).
X.81 -Gilad (zuidelijke helft).
X.82 – De rivieren de Hiëromax en de Jabbok.
X.83 – Perea.
X.84 – Dekapolis.
– Nog enkele landstreken in de verre noordoosthoek van Palestina.
X.85 – Mizpa.
X.86 – Qarantania.
X.87 – Silo.
Openbaringen Birgitta – Boek I – hoofdstuk 1 t/m 60
Openbaringen Birgitta – Boek II – hoofdstuk 1 t/m 30
Openbaringen Birgitta – Boek III – hoofdstuk 1 t/m 34
Openbaringen Birgitta – Boek IV – hoofdstuk 1 t/m 16
Openbaringen Birgitta – Boek IV – hoodstuk 17 t/m 80
Openbaringen Birgitta – Boek IV – hoofdstuk 81 t/m 144
Openbaringen Birgitta – Boek V – Ondervraging 1 t/m 16
– Openbaring 1 t/m 13
Openbaringen Birgitta – Boek VI – hoofdstuk 1 t/m 61
Openbaringen Birgitta – Boek VI – hoofdstuk 62 t/m 122
Openbaringen Birgitta – Boek VII – hoofdstuk 1 t/m 31
Openbaringen Birgitta – Boek VIII – hoofdstuk 1 t/m 61
Openbaringen Birgitta – Boek IX – hoofdstuk 1 t/m 80
Openbaringen Birgitta – Boek IX – hoofdstuk 81 t/m 116
Openbaringen Birgitta – Boek X – hoofdstuk 1 t/m 31
Openbaringen Birgitta – Boek XI – “De lofzang van de engel”
Openbaringen Birgitta – Boek XII – “De vier gebeden”
Scivias I
Scivias II (1)
Scivias II (2)
Scivias III (1)
Scivias III (2)
Scivias III (3)
Hildegard – Het Liber Divinorum Operum – bladzijde 1 t/m 94
Hildegard – Het Liber Divinorum Operum – bladzijde 95 t/m 170
Hildegard – Het Liber Divinorum Operum – baldzijde 171 t/m 240
Hildegard – Het Liber Divinorum Operum – bladzijde 241 t/m 341
Hildegard – Liber Vitea Meritorum (1)
Hildegard – Liber Vitea Meritorum (2)
Hildegard – Liber Vitea Meritorum (3)
Hadewych – Visioenen
Teresa (1)
Teresa (2)
Maria van Agreda (boek 1)
Maria van Agreda (boek 2)
Maria van Agreda (boek 3)
Maria van Agreda (boek 4)
Maria van Agreda (boek 5)
Maria van Agreda (boek 6)
Maria van Agreda (boek 7)
Maria van Agreda (boek 8)
Levens der heiligen, kerkvaders en martelaren